Star Man
Goed idee! Het B-kantje draaien we morgen in ons lokale radioprogramma. Ik heb het hoesje speciaal opgezocht voor dit blog over de man die die zilveren ster hoort te winnen. Aan jou de eer uit te vinden welke van de drie genomineerden dat is. Even voor alle duidelijkheid: ik ken hem niet. Op een onbenullig onderhoud over een bouwradio na nooit gesproken Dit is slechs een schets van hoe de liefhebster (niet de fan!) hem ziet. Misschien een totale mistypering. Maar ik ben te verslingerd om het niet te proberen.
Steekt hij er met kop en schouders bovenuit?
Letterlijk? Van één weet ik het niet, bij één van de twee is dat absoluut het geval!
Figuurlijk…ach, ja…wat hem onderscheidt van de andere twee is dat hij voor beiden hoogstwaarschijnlijk zo niet de, dan toch een bron van inspiratie is.
De man is puur zichzelf. Tenminste, op de radio. Sinds wanneer? Ik moet de annalen in: ik ben een liefhebster, géén fan! 1980. Voor mijn gevoel is hij er altijd al geweest, véél langer.
Hij was dus een jongetje van 15. En die jongetjes zijn dan nog snotterende kinderen. Toch al bij radio Starlight. Dat zegt wel iets! (In 1980 was ik een juffie van 16 en muziek op de radio was mijn leven, al sinds de eerste kreten van de jaren 70. Maar bij ons in Zuid-Gelderland was je al blij als het signaal goed doorkwam 😉
Ik kan me niet voorstellen dat dat veel inspanning kostte. Het onderwerp van dit stukje hoeft zich in een studio althans nooit bovenmatig in te spannen om over te komen, recht het hart van die luisteraar in. Sterker nog, de man voelt zich pas veilig en wordt openbaar creatief achter het mengpaneel, met de koptelefoon op één oor en de mic nog net niet ín dat bekkie. De plek waar hij pas tot zijn recht komt. Je maakt mij niet wijs dat het anders is.
Uitsloverij lijkt zo niet zijn stijl. Zelfs qua nerderigheid – lees dat woord even goed – aan de luie kant. Geen wizzard met geluiden en jingle’tjes. Niet al te diep de alto-indie-cultuur in, maar lekker breed in de toegankelijke meesterwerkjes. Op het burgerlijke af, maar dan wel regelmatig tot een dikke halve meter over dat randje heen. Kortom, wat iedereen leuk vindt en dan dat schepje er bovenop. Gewoon lekker makkelijk. Geen conformisme. Geen concessies: niet aan de maffia, maar net zo goed niet aan de snobs.
En verder? De man leeft muziekradio. Het kan niet stuk. Crasht zelfs elegant door reclamespotjes. Is er altijd en mist het in zijn vrije weken. En wij aan de andere kant niet minder.
Hij weet altijd sfeer te scheppen binnen die habitat. Als er een radiostudio is, is hij thuis. En omgekeerd. En te ver van de habitat af reddeloos verloren. Ik weet het bijna zeker.
Het is nooit vervelend. Soms recalcitrant en knorrig tot op neerbuigend af, meestal de oprecht innige band met het luistervolk vierend. Zelfs ongewild origineel als hij weer eens iets pikt of imiteert. En altijd ligt magie op de loer. Woordspelletjes en humor die alleen tussen grote en kleine hits perfect op hun plaats zijn en nergens anders.
De man die zelfs zonder al teveel commentaar in zee gaat met talentvolle radiovrouwen. Groot promotor – samen met zijn hechte vrienden annex collegaclub – van vrijheid en creativiteit en grenzenloosheid binnen het dj-vak. Vrijheid en creativiteit en grenzenloosheid weet hij zelfs aan te zwengelen bij het luisterpubliek. Van mij mag het nog dertig jaar zo doorduren.
En inderdaad ’t is een pietsie minder schokkend en open dan het ooit was…maar geef die man een break…en een ster!!!