Breathe – Bronstibock, Chagall
Donderdagmiddag, terug in de auto naar huis, na het mooie afscheid van mijn net overleden moeder was het zover. Ik drukte de allerlaatste peuk uit. Hij ligt nog als aandenken in mijn autootje. Bij de volgende schoonmaakbeurt zuig ik hem achteloos op…met de stofzuiger wel te verstaan.
Tijdens stresssituaties wist het verslaafde stukje nicotinegeest mij er steeds vaker weer van te overtuigen dat roken nu zeker wel geoorloofd was!
En eigenlijk had mijn verdorven verslaafde stukje nicotinegeest ook wel een beetje gelijk. Het roken bracht me ertoe de koortsachtige activiteit voor een paar minuten te staken en diep in- en uit ademend te filosoferen over alle drastische gebeurtenissen die plaatsvonden in mijn leven.
De sigaretten zorgden ervoor dat ik in plaats daarvan niet verviel in vertwijfeld vreten. Bovendien bracht het roken me samen met collega’s regelmatig in de buitenlucht, het sociale domein van de verstokte roker.
Ik stam nog uit de tijd van de whiskyglazen vol sigaretten, die onverbrekelijk verbonden waren met volwassen verjaardagsfeestjes in de seventies. Wij prepubers verlangden ernaar onze plaats in te nemen aan de in rook gehulde spreektafels van de volwassenen en daarom begonnen wij stiekem vast in de bosjes.
Ik stam nog uit de tijd van mondjesmaat en schoorvoetend anti-rookvoorlichting op school, terwijl de leraar voor de klas er simpelweg nog eentje opstak…
Ik stam nog uit de tijd dat de stoere Marlboroman nog gewoon op tv de show stal en dat iedere vrouw er van droomde een beetje te lijken op Belinda op het pakje…ze was oranje zonder en turquoise mèt menthol, maar altijd slank, mooie en elegant.
Iets blijft hangen van dat erfgoed als je op die manier opgroeit…
Tussen mijn 23ste en mijn 33ste heb ik nauwelijks een sigaret aangeraakt. Ik sportte en danste. Was gestopt omdat ik buiten adem raakte op de dansvloer.
Een heerlijke tijd was dat. Ik was fris, helder van geest en fit. Ik had oprecht medelijden met mensen die zichzelf toch nog genoodzaakt zagen een sigaret op te steken.
Toen kreeg ik borstkanker. Dat was even een domper! Zo gezond leven en dan toch die ziekte krijgen. Omdat ik het gewoon niet met elkaar kon rijmen en natuurlijk omdat ik mijn authentiek verdorven, verslaafd stukje jaren zeventig nicotinegeest haar kans op een glorieuze revival schoon zag, ben ik toen gewoon lekker weer begonnen.
De kanker is overwonnen voor zover ik weet, maar die neiging om toch af en toe te roken nooit meer helemaal. Maar…echt verslaafd ben ik nooit meer geweest. En als ik rook is het eigenlijk maar héél af en toe lekker en voelt het – zeker naarmate ik ouder word – steeds meer als een nederlaag.
Mijn moeder vond het niks. En ik heb nu de kracht om haar postuum eer te bewijzen. Dus het is klaar nu. Ik ben weer op weg naar fris, helder van geest en fit.
Om mijn verslaafde stukje nicotinegeest te pleasen ga ik af en toe een paar minuten buiten zitten…een klein eindje van mijn rokende collega’s af…ik filosofeer wat over mijn eigen leven en adem diep in….en uit…